Uit onderzoek blijkt dat tot 30% van de minderjarigen geregeld onverklaarbare pijnklachten heeft. Ons maag-darmstelsel is een van de meest bezenuwde lichaamsdelen en dat laat zich bij stress dan ook voelen: overgeven, buikklachten, maagzweren...
Naar schatting 90% van alle buikpijn zou een psychologische oorzaak hebben (Driesen, 2009). Wanneer kinderen stress ervaren, zich onveilig voelen, overprikkeld zijn, gaan ze ‘tijdelijk buiten gebruik’. Omdat ze dan niet (helemaal) zichzelf kunnen zijn, is de kans ook groot dat ze lichamelijke klachten krijgen, zoals buikpijn, hoofdpijn of moeheid. Het klopt niet dat kinderen die klagen over buikpijn dit verzinnen: ze voelen ook werkelijk pijn.
Sommige kinderen willen hun emoties vaak 'overcontroleren'. Dit kan gepaard gaan met psychosomatische klachten: klachten waarbij dokters geen aantoonbare lichamelijke oorzaak kunnen vinden. Het is belangrijk om je kind dan toch te geloven. De opeenstapeling van spanning, stress of andere (onverwerkte) gevoelens wordt dan via het lichaam geuit, vaak in de vorm van hoofd- en buikpijn.
Als je kind regelmatig last heeft van fysieke ongemakken, ga dan naar de huisarts om fysieke oorzaken uit te sluiten. Het is voor je kind heel belangrijk dat het wel geloofd wordt, ook al vindt de dokter geen fysieke oorzaak. Stel je kind in dit geval vooral gerust door bijvoorbeeld te zeggen ‘gelukkig maar, daar hoeven we ons geen zorgen over te maken’.
Is er geen lichamelijke oorzaak, praat dan met je kind en stel vragen, zonder een dwingend en pasklaar antwoord te verwachten (dus niet 'Waarom heb je alweer buikpijn?' maar 'Wat maakt dat je buikpijn terug is gekomen?'). Je zult merken dat je op die manier meer kans hebt om te ontdekken welke gevoelens er mogelijk aan de basis van de klachten liggen. Het is een goed idee om dit gevoel een plaats te geven door het te benoemen of erover te praten met je kind. Fysieke klachten die geen fysieke oorzaak hebben, verdwijnen namelijk niet spontaan.
Wanneer je kind je vertelt dat het buikpijn heeft, kun je proberen te achterhalen wat zou kunnen helpen, zonder zelf met een oplossing te komen. Je kunt bijvoorbeeld de volgende vraag stellen: ‘Wat zou ervoor kunnen zorgen dat je minder buikpijn zou hebben?’ Kinderen raken sneller van hun pijn af als ze leren met stress om te gaan of ontspanningstechnieken hanteren.
Ga mee in het verhaal van je kind, met het oog op een constructieve oplossing. Je kind kan bijvoorbeeld zeggen dat het zou helpen om niet naar school te gaan, om thuis te blijven van een feest. In veel situaties is dit niet de beste oplossing, ook al zou je kind niets liever willen.
Je zult dan verder moeten zoeken naar de eigenlijke oorzaak, naar hoe het komt dat je kind niet naar school wil. Stel daarbij wederom geen ‘waarom’-vragen, maar gebruik eerder ‘hoe komt het dat...?’ of ‘wat maakt dat...?’. ‘Waarom’-vragen geven de indruk dat je kind zich moet verantwoorden. ‘Hoe komt het dat...?’ of ‘Wat maakt dat...?’ nodigt eerder uit tot het vertellen van een verhaal zonder dwang. Wanneer je een oorzaak kunt vinden, kun je ook verder zoeken naar mogelijke oplossingen. Wanneer je een gevoel tegenkomt, kun je dit het best erkennen.