Sommige kinderen huilen sneller dan andere kinderen. Hier zijn verschillende oorzaken voor. Het ene verdrietje is het andere niet. Het is goed te achterhalen waarom je kind huilt, zo kan je jouw strategie hierop afstemmen.
Soms weent een kind omdat het overprikkeld is van een drukke dag op school. De tranen zijn een middel om de opgespaarde (en opgekropte) gevoelens van de dag te laten stromen.
Wanneer een intens verdriet komt door overprikkeling, is het belangrijk om kinderen de tijd en de rust te geven die ze nodig hebben. Probeer zeker niet om het huilen te laten stoppen.
Gebruik de regel van de ‘heilige 20 minuten’: wanneer je kind overprikkeld is (heel boos of heel verdrietig), laat je hem 20 minuten ontprikkelen en probeer je de boosheid, het verdriet er gewoon te laten zijn (ook al zegt je kind iets wat voor jou niet door de beugel kan).
Huilen is enorm belangrijk om te helen van de pijn. Verdriet wil kunnen stromen. In de tranen veroorzaakt door verdriet of angst zitten - door stress opgestapelde - giftige bijproducten die het lichaam zo wil verwijderen.Wanneer we onze tranen bedwingen, gaan de toxines zich opstapelen en bestaat de kans dat kinderen fysieke kwalen krijgen. De opeenstapeling van spanning, stress of andere (onverwerkte) gevoelens wordt dan via het lichaam geuit, vaak in de vorm van hoofd- en buikpijn. Naar schatting 90% van alle buikpijn zou een psychologische oorzaak hebben. Het is daarom heel belangrijk om te zeggen tegen kinderen die huilen dat het echt oké is. Maak het huilen bespreekbaar.
Veel kinderen krijgen geregeld te horen dat ze niet hoeven te huilen. Maar op die momenten zijn dat wel de gevoelens die het kind beleeft of waar het moeite mee heeft. Kinderen willen op zo’n moment gehoord worden, erkend in hun leed. Door alle emoties simpelweg onder de mat te vegen of niet toe te staan, help je je kind niet vooruit. Kinderen hebben ook het recht om zich angstig, boos, blij of verdrietig te voelen en boodschappen waarin aan hen gevraagd wordt om iets aan een gevoel te veranderen (‘Stel je niet zo aan’) of minimaliserende opmerkingen (‘Overdrijf toch niet zo’) zullen zorgen voor verwarring en onzekerheid. Het gevolg kan zijn dat het kind zich onbegrepen voelt, zich (nog meer) afsluit en in de toekomst zijn gevoelens niet meer met je zal delen.
Leer je kind wat het kan doen in de plaats van het huilen, geef alternatieve copingmechanismen om te ontkoppelen van een drukke dag of om te gaan met moeilijke momenten.
Soms weent een kind omdat het moeite heeft om teleurstellingen te aanvaarden. Het kind heeft niet goed geleerd hoe om te gaan met frustraties en faalervaringen. Bereid je kind voor op situaties die lastig kunnen zijn. Lees in dit artikel meer over hoe je ervoor kan zorgen dat je kinderen niet overbeschermt.
Soms huilt een kind omdat het pijn heeft. Het is gevallen, heeft zich gestoten of voelt zich niet lekker door koorts, een virus of een ander fysiek ongemak. Misschien vertellen de tranen van het kind dat ze moe zijn of nood hebben aan een andere basisbehoefte (eten, drinken, geborgenheid). Zorg ervoor dat je kind voldoende is uitgerust en tot rust kan komen.
Soms huilt een kind omdat het zijn zin niet krijgt. Huilen kan dan een van de 'wapens' zijn die een kind (vaak onbewust) inzet om een toegift van mama of papa te krijgen. Kinderen die duidelijk weten waar de grenzen liggen gaan minder vaak de confrontatie aan.
Soms huilt een kind omdat ze een situatie anders hadden ingeschat. Hun verwachtingen met betrekking tot een bepaalde gebeurtenis of situatie lopen dan niet gelijk aan de uitkomst. Hierom is het belangrijk voldoende voorspelbaarheid te bieden. Kinderen die in voorspelbare omstandigheden opgroeien, voelen zich beter in hun vel en laten minder storend gedrag zien, toont onderzoek aan. Als een kind op voorhand al in zekere mate weet wat hem te wachten staat, kan het hierop anticiperen en vooraf nadenken over een mogelijke reactie. Ritme en regelmaat zijn daarom belangrijke basisvoorwaarden voor de gezonde ontwikkeling van kinderen. Veel ouders onderschatten welke belangrijke invloed ze hierin zelf hebben. Een vast tijdstip om naar bed te gaan, een vaste routine ’s ochtends, duidelijke afspraken omtrent schermtijd... Het kan heel wat kleine en grote oorlogjes vermijden.
Bepaalde rituelen met een vaste, terugkerende structuur kunnen ook een positieve invloed hebben op het veiligheidsgevoel van je kind, zoals het klassieke verhaaltje voor het slapengaan of het steeds in dezelfde volgorde uitvoeren van een aantal taken (kleren aan-ontbijten-tandenpoetsen). Kinderen gaan deze zaken op den duur als onderdeel van een vaste routine interpreteren, waardoor deze (soms hectische) momenten een stuk vlotter verlopen.
Houvast bieden betekent ook duidelijkheid geven in het aankondigen en eventueel voorbereiden van bepaalde activiteiten. Vertel aan je kind wanneer je wilt vertrekken en doe dit ruim op voorhand, zodat het nog de tijd heeft om de zaken waarmee het bezig was af te ronden. Voor kleine kinderen is het gebruik van een timer een goed idee. Onder tijdsdruk ‘snel-snel’ iets van je kind gedaan willen krijgen, is in ieder geval geen goed idee. Door de bijkomende spanning die je creeërt, is het risico op falen dan een stuk groter.
Soms huilt een kind uit machteloosheid. Het is gefrustreerd omdat het iets wil doen, maar het lukt nog niet omdat het kind nog niet de juiste vaardigheden heeft om het tot een goed einde te brengen. Daarom is het belangrijk om kinderen zelf dingen te laten uitproberen, stimuleer het probleemoplossend vermogen en betrek je kind in beslissingen. Stimuleer die groeimindset. Op langere termijn zal dit zorgen voor minder gefrustreerde traantjes. Soms huilt een kind ook uit onmacht omdat het bepaalde situaties erg spannend vindt of ergens onzeker over is. Je kind heeft niet goed geleerd om voor zichzelf op te komen en heeft een lager zelfvertrouwen. Ontdek hier tips om te werken rond het zelfvertrouwen van je kind.
Stel jouw opvoedingvraag aan Steven op Instagram of sluit je aan bij onze besloten Facebookgroep voor ouders. Op deze pagina vind je info over onze assertiviteitstrainingen.
Maak je je (ernstige) zorgen over je gezinssituatie? Zoek dan contact met een hulpverlener. Als ouder kun je, afhankelijk van de problematiek, bijvoorbeeld een (zorg)leerkracht aanspreken of advies vragen aan je huisarts. Deze mensen kunnen je dan doorverwijzen naar gespecialiseerde hulp.