Verlegenheid kan omschreven worden als angst voor andere mensen of moeite hebben om nieuwe contacten aan te gaan. Verlegenheid is niet altijd iets om je zorgen over te maken. Soms is het zelfs een normaal onderdeel van de ontwikkelingsfase. Een bepaalde terughoudendheid is ook nodig wanneer kinderen nieuwe mensen leren kennen.
Het is een andere zaak wanneer het kind erdoor belemmerd wordt door bepaalde situaties te gaan vermijden of zichzelf tekort te doen.
Verlegenheid kan situatiegebonden zijn. Een kind kan thuis heel open zijn, maar in de klas heel verlegen.
Geduld is ook hier een mooie deugd. Sommige kinderen hebben nu eenmaal meer tijd nodig om te wennen.
Praat met je kind over zijn/haar angsten en onzekerheden.
Bereid je kind voor op nieuwe mensen of situaties. Vertel over die persoon of laat foto’s zien. Eventueel kan je een eerste ontmoeting oefenen.
Openlijk zeggen dat je kind verlegen is op het moment dat het verlegen is, maakt een kind meer onzeker. Kleef geen etiket.
Als je merkt dat je kind minder verlegen is dan anders, geef dan complimentjes.
Geef zelf het goede voorbeeld. Een kind leert van zijn ouders hoe het nieuwe contacten aangaat.
Dwing je kind niet in een situatie waar hij/zij angstig wordt, maar zorg wel voor voldoende uitdaging. Ga bijvoorbeeld samen naar nieuwe omgevingen.
Versterk het gevoel van eigenwaarde. Een kind dat sterke kanten van zichzelf kan zien is minder snel onzeker.
Laat het kind soms ook los. Ga er niet van uit dat het zich niet zal redden.