Als ouders vinden we het belangrijk dat onze kinderen de waarheid spreken. Het is een waarde die we in onze opvoeding hoog in het vaandel dragen.
Kinderen liegen al wel eens en dit om verschillende redenen: om een straf te ontlopen, om goedkeuring van vriendjes te krijgen, om aandacht van mama of papa te krijgen,…
Liegen is niet hetzelfde als fantaseren. Kinderen, zeker op jonge leeftijd, verzinnen vaak verhalen. Ze vinden het leuk om op te gaan in hun fantasie, of vragen om aandacht. Voor peuters en kleuters is hun waarheid de echte waarheid. Van 6 – 7 jaar krijgen kinderen een intern geweten.
Bij vermoeden van een leugen, spreek je je kind meteen daarop aan. Leg je kinderen uit dat liegen onaanvaardbaar is en dat het beter is om eerlijk te zijn en de waarheid te vertellen. Geef zelf het goede voorbeeld.
Heb aandacht voor je manier van communiceren rond dit thema. Label je kind niet als ‘leugenaar’ en barst niet in woede uit. Zeg eerder hoe je je voelt door het liegen en laat je kind nadenken over het effect op anderen.
Wanneer je zeker weet dat je kind heeft gelogen, kan je er een (kleine) sanctie aan verbinden. Liegen is immers ongewenst gedrag.
Wees consequent. Dit helpt kinderen om te leren dat liegen niet helpt als middel om ‘weg te komen’ met ongewenst gedrag.
Als je niet zeker weet of je kind de waarheid spreekt, kan je detailvragen stellen (wanneer gebeurde het, wie was erbij, wat gebeurde ervoor,…) De meeste kinderen bekennen wel als je hen confronteert.
Complimenteer als je kind de waarheid vertelt. Op die manier voelen kinderen jouw waardering als ze eerlijk zijn.