Het is niet voor alle kinderen evident om zeker te zijn van zichzelf, om neen te zeggen tegen dingen die ze liever niet willen, om op te komen voor zichzelf. Faalangst loert om de hoek. Wat kan ik doen als mijn kind onzeker is?
De rol van betrokken opvoedingsfiguren is cruciaal:
Wees empatisch en benader je kind ‘actief luisterend’. Probeer de moeilijkheden waarmee je kind te maken krijgt te begrijpen en erken je zoon of dochter hierin. Bespreek zijn of haar gevoelens.
Accepteer dat je kind (nog) moeite heeft met bepaalde handelingen.
Wees de veilige haven. Maak een ‘thuis’ waar het kind tot rust kan komen, ‘zijn ding’ kan doen en positieve ondersteuning voelt.
Toon vertrouwen. Laat zien dat je gelooft in je kind. Dit kan je doen door het geven van verantwoordelijkheden op domeinen waarvan je inschat dat het boeken van (kleine) successen zeer realistisch is. Doe het stap voor stap.
Focus op het positieve: wat loopt goed, wat zijn behaalde vorderingen? Waar behaalt je kind een succeservaring? Hoe heeft het dit klaargespeeld? Wat zijn voordelen van het veranderde gedrag? Benoem!